Tot het begin van de 19e eeuw verplaatsten Londenaren zich te voet, in boten over de rivier of in koetsen met paarden.
Daarna werden er meer bruggen en wegen aangelegd, kwamen er treinen en auto's, en begon het complexere vervoersnetwerk van de moderne hoofdstad zich te ontwikkelen.
Spoorwegen
In de Victoriaanse tijd arriveerden de spoorwegen in Londen.
Het eerste belangrijke station was in Euston, dat in 1837 werd geopend.
Andere volgde al snel, waaronder Paddington in 1938, dat later door de beroemde ingenieur Isambard Kingdom Brunel werd herontworpen.
Londen heeft nu zeven grote stations voor treinreizigers over zowel lange als korte afstanden.
De treinen van de Eurostar rijden vanaf Waterloo Station door de kanaaltunnel naar het Europese vasteland.
Onder de grond
Het ondergrondse metronetwerk van Londen, het eerste ter wereld, werd in 1863 geopend. De 'Tube' (buis) heeft nu 12 lijnen en meer dan 400 kilometer spoor. Elke dag maken ongeveer 2,5 miljoen mensen gebruik van de ondergrondse, maar de sporen en seinen zijn oud en er zijn veel vertragingen. Er zijn verbeteringen aangebracht en in December 1999 werd een 11 stations tellende uitbreiding van de Jubilee Line in gebruik genomen. De Jubilee Line loopt van het westen naar het oosten en biedt een verbinding tussen het centrum van Londen en Docklands